Tijdens de eerste workshop van de LVO Academie workshop in 2025 vertelde Lotte Mens bevlogen over de opzet en het beheer van de Ecozone van tuinvereniging Ons Buiten. De ecozone is ingericht als een natte ruigte met een grote variatie aan beplanting en een poel; een natte en voedselrijke biotoop, met sleutelsoorten als harig wilgenroosje en grote kattenstaart. De grote kattenstaart is van levensbelang voor de dikpoot kattenstaartbij, en heeft daarnaast grote aantrekkingskracht op de honingbij, tuinhommel, weidehommel en akkerhommel. Er zitten snuitkevers in zijn bloemkoppen, en het is ook een waardplant voor de rupsen van het boomblauwtje, citroenvlinder en groot avondrood (nachtvlinders).
Op een natte bodem groeien onder andere gele lis (aantrekkelijk voor kevers, hommels en bijen), zeegroen rus, pitrus, hangende zegge.
Als een natte ruigte verstoord raakt, zien we brandnetel, braam, ridderzuring, paardenbloem en akkerdistel opkomen. Haal nooit alles hiervan weg, want deze planten trekken veel insecten aan.
Grondnestelende bijen
Ongeveer 70% van de solitaire, wilde bijen nestelt ondergronds (en is dus géén honingbij). De vrouwtjes graven een nestgang in de bodem en plaatsen daar hun eitjes. Het hele jaar rond zijn bijen onder de grond aanwezig. Als het stukje aarde verstoord en vergraven wordt, heeft dat voor grondnestelende bijen een desastreuze uitwerking.
In een hoekje van de tuin kun je een bijenburcht(je) aanleggen, een imitatie van een helling langs een zandweg. Aan de voorzijde van een bijenburcht maak je een sterke helling van leemhoudend zand, in halvemaan-vorm (voor een optimaal microklimaat) en gericht op het zuiden. Daaroverheen komt gaas (met grote openingen) om het zand op zijn peknte houden. De aanvliegroute voorzie je van lage beplanting, zoals bijvoorbeeld grote wederik.
30% van de bijen nestelt bovengronds en daarvan nestelt maar een klein deel in bijenhotels. Dood hout, met gaten, levert ook goede mogelijkheden voor bijennesten.